De vraag lijkt onschuldig: “Wil jij raadslid worden?” Maar het antwoord is steeds vaker: “Ben je gek geworden?” En dat is geen grap. Het is een symptoom van een lokale democratie die piept en kraakt.
Al decennia is de werving van raadsleden een hoofdpijndossier. Lokale afdelingen missen de capaciteit om mensen te zoeken, laat staan te enthousiasmeren. Vaak begint de zoektocht pas als de deadline nadert. En wie zich dan meldt, komt uit een steeds smaller profiel: hoogopgeleid, maatschappelijk betrokken, maar zelden representatief voor de samenleving als geheel.
Waar is bijvoorbeeld de maatschappelijke elite gebleven? De mensen met invloed, kennis, visie? Ze doen hun eigen ding, hebben geen zin meer in politiek. En geef ze eens ongelijk. Het politieke klimaat is verhard. Bedreigingen op lokaal niveau zijn bijna normaal geworden. En het loont nauwelijks: besluiten worden uitgesteld, afgezwakt of simpelweg niet genomen.
Lees verder
In mijn essay ‘Het lege midden’ wees ik op de snel groeiende bestuurslaag tussen gemeenten en provincies en de gevolgen daarvan voor de positie van de raad en voor de rol invulling door de raadsleden. ‘Middenbestuur in niemandsland’ noemde ik deze bestuurslaag. Verweesd gebied tussen gemeenten en provincies. Waar de doorzettingsmacht doorgaans een stuk beter functioneert dan de democratisch gelegitimeerde tegenkracht. Te vaak is het terra incognita voor raadsleden.
Wanneer het noodlot je leven binnentreedt, lijkt even alles stil te staan. Maar al snel zit je in een achtbaan aan emoties. Met volop momenten van ontkenning en woede. En vooral de woede, de boosheid op hetgeen je overkomt is onontkoombaar. Boosheid helpt om een schuldige te vinden. En die wil je wat graag vinden als het mis gaat. Wanneer je met je zoon binnen een week in het beste kankerziekenhuis van Nederland belandt, is het goede nieuws dat hij in de beste handen is. En het slechte nieuws dat hij daar naar toe moet. In het plaatselijke ziekenhuis trekt een deskundig arts een sombere, maar naar later blijkt realistische conclusie. In dat beste ziekenhuis mislukt de nieuwe kweek, vertrekt al snel de behandelend arts en dan na lang wachten en dus verloren tijd kan pas ‘de strijd beginnen’. Dat dit niet helpt in een fase van boosheid, mag duidelijk zijn. Mij heeft het opnieuw geleerd dat de kunst van leven ook is, voorbij de woede, de boosheid te kunnen komen. Want op enig moment kun je er voor komen te staan te moeten toegeven dat het blinde lot maakt dat er iets ernstig misgaat in je leven. 


