Debatten in het publieke hart van de stad.

De voorpublicatie over het boek  “thuis bij de vijand’ van Natascha van Weezel raakte mij. https://www.trouw.nl/religie-en-filosofie/in-gesprek-met-de-vijand~a58da49f/

Het boek handelt over vooroordelen.  De manier waarop zij haar zoektocht beschrijft naar haar plaats in het debat over vooroordelen is mooi om te lezen.  En vooroordelen  beïnvloeden het samen leven sterk.  Daarom is dat onderwerp het debat meer dan waard. Zeker in een periode dat sociaal-culturele vraagstukken groter worden.  Gebeurt dat niet in het gesprek dan wordt de grens naar conflict maar al te makkelijke overschreden.  Dan kan dit boek bemoedigend zijn voor die mensen die het debat – en hun plaats daarin zoeken, over onderwerpen die het samen leven en  dus de samenleving raken.  Hoopgevend is dat mensen jong en oud dat gesprek gaande willen houden.

Tegelijk maakt het mij opnieuw bewust hoe weinig dergelijke debatten nog op een centrale plaats in de samenleving plaats vinden. Dan komen nieuwe vragen boven, namelijk moet daarvoor een centrale plaats bestaan? En zo ja, waar moet die centrale plaats dan zijn? De laatste vraag beantwoord ik met ja. Ik verwacht die lokaal in het publieke hart van de samenleving. Dan denk ik in de eerste plaats aan de gekozenen, de vertegenwoordigers van de inwoners. Maar dan blijkt dat publieke hart hiervoor leeg te zijn. Want de gekozenen hebben zich de afgelopen 25 jaar uit dat publieke hart laten wegleiden.  Soms lijkt het erop dat anderen in de lege ruimte treden. In Amsterdam zie je dat bij ‘Pakhuis de Zwijger’. Die er dan meer toe doet dan een gemeenteraad. Maar weinig gemeenten kennen zo’n zichtbare gespreksplaats, dus voelt het midden leeg.

Zo’n ogenschijnlijk kleine gebeurtenis als een voorpublicatie sterken mij in mijn beeld  dat het tijd wordt dat de maatschappelijke debatten, volgens sommigen de meer politiek-filosofische gesprekken,  ook plaats vinden in  de gemeenteraad. Nieuwe vormen en technologische ontwikkelingen maken het bovendien eenvoudig mogelijk dat meer actief met de inwoners samen te doen. Eén van de oorzaken dat de raad  uit het midden is verdwenen, is dat de laatste dertig jaar de politieke discussies meer en meer ‘geld gestuurd’ zijn geraakt. En die geld gestuurde debatten vinden in het gemeentehuis plaats.  Dat het moeilijk is die andere politieke discussie te voeren is nog eens duidelijk geworden bij de decentralisaties in het sociaal domein. Juist dat onderwerp leende zich voor een discussie over de vraag welke sociale (lokale) samenleving hebben wij voor ogen? Mens – en maatschappijvisie vormen dan de basis van het debat. Politiek bij uitstek zo dacht ik. Totdat ik in een discussie met wethouders verzeilde die  opmerkten dat het helemaal niet het moment voor een principieel, zo je wilt meer filosofisch politiek debat was. Er moest een invoeringsproject worden geklaard. En dat was al ingewikkeld genoeg. Daar past interim-management sturing bij zo beluisterde ik. Dus met een technologische discussie is de klus geklaard. Met de gemeenteraad als besluitmachine van het college.

En hoewel Natascha duidelijk maakt hoe moeilijk het is in gesprek te komen, geeft het hoop dat met haar velen dat wel proberen te doen. En daagt het de gekozenen uit om ook dergelijke gesprekken te voeren. Al was het maar dat inwoners er recht op hebben bij hun vertegenwoordigers te zien dat tegenwicht en tegenspraak helpt om voorbij vooroordelen te komen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.