De verkiezingscampagne voor de gemeenteraad is gestart. En de landelijke politici maken zich weer op om het land in te trekken. Hoe moet dat nu op landsniveau? Als de minister/het kamerlid al die campagnetijd niet aan belangrijke landszaken kunnen besteden?
Het is voor plaatselijke afdelingen een soort wedstrijd geworden wie de belangrijkste landelijke politicus kan strikken voor de campagne van de gemeenteraadsverkiezingen. Hoe groter de naam hoe beter. En de plaatselijke lijststrekkers heten dan zeer verguld te zijn. Tja je zult als goed raadslid maar afgerekend worden door een slechte Kamerfractie.
Politieke partijen hebben zichzelf in een ijzeren klem gezet bij de kaping van de gemeenteraadsverkiezingen door landelijke partijen. De verkiezingen gaan daarmee in feite slechts over een tiental landelijke kopstukken van partijen. Met als een soort tegenwicht een aanbod van lokale partijen. Van de 9000 raadsleden worden op die manier naast die Kamer-partijen, eigenlijk slechts de lijststrekkers van plaatselijke partijen gekozen en een enkel raadslid met voorkeurstemmen. De overige bijna 9000 raadsleden liften mee op ‘de bagagedrager’ van de partij of lijsttrekker. Jammer van alle die goede en vaak bijzondere kandidaten. Naar mijn oordeel doet het geen recht aan de kwaliteiten en inzet van de plaatselijke kandidaten. Wat zal maken dat de breed levende overtuiging ‘dit moet anders’ wordt omgezet in een wijziging van het systeem?
Gaat het dan om de verandering op zich? Neen het gaat er om al die mensen die zich vier jaar ( willen ) inzetten voor de lokale samenleving eer naar werken te geven. Het gaat erom dat de inwoners van de gemeente kiezen voor de kwaliteit van hun gemeente via de eigen kandidaten.
Willen we dat niet zien dan komt steeds dichter bij opmerkingen te accepteren- zoals van Wim Derksen in het weekblad Binnenlandsbestuur van 21 januari 2005 – “dat gemeenteraadsverkiezingen in feite nergens over gaan. Het slechts peilingen voor de landelijke verkiezingen zijn.” Als we dat accepteren, organiseer het dan tenminste goedkoper. Willen we dat niet accepteren dan wordt het tijd voor een verandering. Bijvoorbeeld landelijke politieke partijen niet meer te laten deelnemen op lokaal niveau. Marcel Boogers (hoogleraar Twenthe) pleit daar al voor in zijn boek “lokale politiek in Nederland’ uit 2007. Frank Ankersmit (emeritus hoogleraar) heeft ook meerdere keren te kennen gegeven dat het onjuist is dat landelijke politieke partijen de lokale verkiezingen domineren. Dus het is al weer bijna oude taal om te pleiten landelijke partijen niet meer mee te laten doen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Wat maakt dan dat die beweging niet gebeurt? Is het de angst van de gevestigde orde? Is het de vrees voor clientalisme? Want het risico voor clientalisme wordt maar al te vaak aan plaatselijke groepering toegeschreven. En zo zijn er nog wel meer argumenten te bedenken. Wie het weet mag het zeggen.
Tot dat moment trekken de landelijke bestuurders en -politici weer voor een maand de gemeenten in. Nu maar hopen dat ons land geen nadeel van die afwezigheid ondervindt!
Helemaal waar Jan Dirk. Alvast een tipje van de sluier: wij nodigen geen landelijke ‘kopstukken’ uit….