De eerste weken van dit jaar geven een somber beeld over de raad(sleden). Een boek ‘de gemeenteraad heeft geen toekomst’, krijgt breed aandacht. De gevoelens van griffiers dat kandidatenlijsten niet goed meer zijn te vullen eveneens. En dan komt de vereniging van raadsleden (raadslid.nu) met de uitkomst van een onderzoek waaruit blijkt dat lokale democratie wordt bedreigt door samenwerking. En in diverse dagbladen allerlei kritische geluiden, over het fluïde gedrag van de kiezer. Over de politiek stijl van de vorige eeuw.
In al die discussies komt naar voren ‘de kwaliteit’ van het raadslid, en ten minste de suggestie van het gebrek eraan. En de complexiteit van de materie, waar je van een raadslid niet mag vragen dat te beheersen. Het raadslid als probleem!
En dan werk je als raadslid ook nog eens voor de slechtste recruitment buro’s. Maar toch blijft het te gemakkelijk om naar de gekozenen te wijzen als probleem. Eerder zijn ze probleemhouder. En dat biedt kansen. Toch is er iets raars aan de hand. Er lijkt genoeg ellende over raadsleden te worden uitgegoten. En al jaren wordt de positie van de gemeenteraad uitgehold. Taken worden op afstand gezet of geprivatiseerd. Het medebewind – een primaire taak van het college – neemt toe. Recent de ontdekking dat de gemeenschappelijke regelingen ook een soort democratische vrijstaat zijn, zonder betrokkenheid van de raad. De lokale politiek beweegt naar de rand van de samenleving. Dan is het vreemd dat gemeenteraden – bijna wanhopig – vast blijven houden aan de wetsregel dat zij ‘het hoofd van de gemeente zijn’. Het lijkt er dus op – om in termen van professor Elzinga te spreken – dat de olifanten nog steeds richting kerkhof bewegen.
Blijkbaar is er te weinig urgentie om weg van de ellende te bewegen. Dus modderen we voort op de huidige manier. Wat zijn de andere mogelijkheden nog. De eerstgenoemde is vragen om een stelselwijziging. Je kunt dan aan allerlei elementen denken. Zoals een systeem van gekozen en gelote raadsleden. Meer raadsleden voor minder geld. Geen landelijke politieke partijen op lokaal niveau. Tussentijdse verkiezingen als mogelijkheid. Burgerfora. Inwoners mogen raad wegsturen, een raadgeversplatform, een echt volwaardig belastinggebied voor gemeenten. Verantwoordelijkheid van de gemeenteraad voor alle taken voor publieke diensten. En daarmee de geldstroom naar lokale publieke diensten via gemeenteraad ( dus met de beelden van nu, gelden oor het onderwijs, woningbouwcorporatie, zorginstellingen enz. ) e referendum, opheffen provincies etc. Elke lezer begrijpt gelijk dat is wel heel complex. En in Nederland zijn we niet goed in het oplossen van bestuurlijke organisatie vraagstukken. De laatste dateert in feite van 150 jaar geleden. Dus rest er nog één alternatief om tot herpositionering van de raad te komen. Te weten lokale experimenten aanmoedigen en toelaten. Met experimenten hoef je niet te wachten op ingewikkelde wetgevingsprocessen. Bij experimenten kun je tijdens het werk al aanpassen en afstemmen. Experimenten sluiten veel meer aan bij de huidige lokale dynamiek. Dat nog steeds van een experimenteerartikel in de Gemeentewet ontbreekt, tekent de zwakte van het ministerie. Maar maakt ook zichtbaar dat gemeenteraden geen echte urgentie hebben. De belangrijkste vraag is op dit moment wat moet raadsleden drijven om die stap te zetten . Want experimenten kunnen best binnen de huidige wetgeving. Het vraagt wel een veranderingsgezindheid van gemeenteraden (-raadsleden) Het vraagt van gemeenteraden ( -raadsleden) lef. En het vraagt ambtelijke kwaliteit in de omgeving van de raad. Maar lukt het om lokaal met experimenten aan de slag te gaan dan zijn en worden de gekozenen (raadsleden) de kanshebbers van de lokale democratie!