De gemeente ambtenaren waren vol trots over de aanbesteding van het onderhoud van gemeentelijke eigendommen. Ze hadden het hard gespeeld. De gemeentelijke gebouwen, zoals scholen en gymzalen en dorpshuizen waren in één cluster aanbesteed. Eén cluster mocht misschien niet, maar toch wel slim gedaan. Bij het groen onderhoud was eigenlijk heel sluw het onderhoudsniveau naar boven bijgesteld, terwijl de aanbesteding de kosten had gedrukt. Echt een zakelijke aanbesteding. De ambtenaar als zakenman. Veel geld bespaard sprak de wethouder.
Twee grote bedrijven kregen als goedkoopste inschrijvers de opdracht. Die bedrijven zijn helaas niet uit de gemeente afkomstig. De plaatselijke schildersbedrijven en aannemers van groen en wegen hadden het nakijken. De meerderheid omdat ze zich te klein achten om al het geclusterde werk te kunnen doen.
Enige tijd later ontving een van die plaatselijke onderhouds bedrijven bezoek van een ambtenaar van het stadhuis. Wij willen graag met u praten zo werd het gesprek gestart. U bent misschien bekend met de participatiewet? Wij willen u dat graag uitleggen en met u kijken hoe u mensen in uw bedrijf kunt opnemen die onder deze regelgeving vallen. Dat is belangrijk voor onze gemeente en wat zou het mooi zijn als u één of meerdere van deze mensen aan het werk helpt. Dat is toch van betekenis voor onze mooie gemeente.
In reactie spatte de directeur bijna uit elkaar van woede. Zo vertelde hij bij een borrel. Om met een terugkerende woede te vervolgen “Hoe durven zij mij de vraag te stellen. Ik ben bezig mijn bedrijf met 15 man in slechte tijden overeind te houden. De gemeente zet voor tonnen aan onderhoud buiten de gemeente weg. De gemeente maakt het mij onmogelijk om in te schrijven. Ze zullen vast niet in de contracten opgenomen hebben dat die bedrijven verplicht zijn x mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen. Het zal mij niet verbazen als dat vergeten is”.
De ambtenaar kwam terug op kantoor en vertelde zijn collega’s, ‘wat ik nu toch heb meegemaakt’. ‘Die man weet die twee zaken helemaal niet te scheiden, er is niet mee te praten”. Ik wist overigens niets van die aanbestedingen. Was wel handig geweest als de afdeling dat even gemeld had.
Dit lijkt een voorbeeld waarbij de ene hand niet weet wat de andere doet. En dat staat gemeentes nog veel meer te wachten, door de nieuwe uitvoerende taken. Het belang om de samenhang der dingen te zien zal alleen maar toe nemen voor de ambtenaren, de bestuurders en de raadsleden. Ook gaat zich wreken dat de laatste decennia het besef bij ambtenaren weg gereorganiseerd is dat zij ‘overheidsdienaar’ zijn en het besef dat de gemeente geen bedrijf is. De burger als klant is niet synoniem aan de burger als inwoner, belastingbetaler, kiezer etc.. Het besef bij de gemeentelijke vertegenwoordigers dat er altijd sprake is van een afhankelijkheids relatie wanneer met instellingen, bedrijven, inwoners etc. uit de gemeente wordt gesproken, is verre van vanzelfsprekend. Bedrijven en instellingen en verenigingen, inwoners die zaken doen met de gemeente zullen altijd die afhankelijkheid ervaren. En dat maakt het ‘zaken doen’ anders. Laten blijken dat je dat beseft en er verantwoording over durven af te leggen mag tenminste van bestuurders en ambtenaren worden verwacht. De komst van nieuwe uitvoeringstaken door de decentralisaties zal het gebrek aan dat inzicht extra zichtbaar maken. De gemeente als veelkoppig monster.
Maar laten we hopen dat de uitvoering van die taken juist als kans wordt gegrepen om duidelijk te maken dat het basisbesef weer op waarde wordt geschat. Dan zal de gemeente die krachtige zakelijke vriend kunnen zijn.