De legitimering van de gemeenteraad lijkt steeds meer onder druk te komen staan. Een bedreiging of juist een kans voor nieuwe raadsleden?
Wat is het toch met de gemeenteraad? Zijn er bezuinigingen dan wordt aan hen verteld dat slechts zo’n 20% van de gemeentebegroting beïnvloedbaar is. De overige 80% gaat de raad niet echt over. En dan is het coalitieakkoord zo dichtgetimmerd dat er verder ook al bijna geen bewegingsruimte meer is voor de gemeenteraad. Is er een heel belangrijke operatie bezig over de decentralisaties van taken waaronder die van de Jeugdzorg, dan worden de verwachtingen over de rol van de raad eerst hoog gespannen maar blijkt nu al dat die operatie eerder de invloed van de raad uitholt. Dan laat de politicoloog Andre Krouwel in ‘Almere Vandaag’ optekenen ‘dat de raad saai is en weinig politiek bedrijft’. Vervolgens komt in dezelfde periode het bericht bij mij binnen dat binnenkort een boek van Jasper Loots verschijnt onder de titel ‘de gemeenteraad heeft geen Toekomst’. En dan meldt Marcel Boogers in het blad Binnenlands Bestuur dat zijn verwachting is dat gemeenteraden marginaler worden.
Nu de beker is wel half leeg lijkt me zo. Wat maakt dan dat het raadslidmaatschap een ‘wow’ met zich mee kan brengen. Misschien zit dat ‘wow’ juist in het zoeken van de tegenstelling. Want wanneer je al die berichtjes op je in laat werken dan lijkt het er op dat het – op het opheffen van de gemeenteraden na, het vastlopen van het systeem – al bijna niet slechter kan gaan met gemeenteraden. Dat doet geen recht aan al die mensen die zich inspannen. En het doet geen recht aan de vraag naar een gelegitimeerd instituut.
Is de beker half leeg, dan wordt het zwoegen de komende vier jaar. Maar laat je de beker half vol zijn dan ontstaat het beeld dat de komende raadsperiode geweldige kansen biedt aan raadsleden. Juist om te experimenteren met het verkrijgen van een nieuwe stijl, een nieuw vorm van het raadslidmaatschap. Het biedt al die nieuwe raadsleden de kans hun eigen stijl te ontdekken en te behouden. Want de adagium ‘zo doen we dat hier’ is niet meer houdbaar. Zeker gemeenteraden waar dergelijke raadsleden ook nog eens van andere raadsleden de ruimte krijgen om dat te doen zullen van zich laten horen. En als een raad als bestuursorgaan ook nog eens durft te experimenten met vormen van directe democratie met vormen van representatie en legitimering dan kun je als raadslid zeggen ‘wow daar ben ik aan het werk. En over enkele jaren wanneer veranderingen merkbaar worden ‘wow daar heb ik aan meegewerkt’.