Het zit er weer op. De 400 gemeentelijke begrotingen zijn weer vastgesteld. Maar de vraag dringt zich op, is de begrotingsbespreking functioneel of is het een ritueel?
De begrotingsprocedure kost de gemeenteraad veel (vergader)tijd. En het levert de raad bijna niets op. Vaak minder dan een tiende procent van de gemeentebegroting wordt gerealloceerd. Of het college doet het werk uitstekend of de invloed van de raad op een begroting neemt steeds verder af. Dat laatste is eerder aan de orde en dat proces gaat door want met de decentralisaties wordt de invloed nog kleiner. Waar ik kom hoor ik achter de sociaal wenselijke verhalen van het belang van de begroting een verzuchting of dit niet anders kan. Langzaam maar zeker dreigt de begrotingsbespreking in veel gemeenten een kostbaar ritueel te worden. Dat kan ook anders.
Het hele jaar door wordt gewerkt aan rekening, voorjaarsnota’s, kwartaalrapportages of managementrapportages of begrotingsletters. En afsluitend de vaststelling van de begroting. Dat moment is vaak als een hoogtepunt van het politieke jaar betiteld. Daarom zal het begrotingsproces wel altijd door stress omgeven zijn. Niet alleen bij de afdelingen en in het bijzonder een afdeling financiën, die bijna altijd ten onder dreigt te gaan in overwerk. Maar ook bij het college. Terecht die inspanning en die drukte zullen velen opmerken, want het is toch het huishoudboek van de gemeente. Wil je als raadslid mee kunnen doen in zo’n proces dan kost het je ook veel tijd en energie. Zoveel tijd en energie door zo velen, verdient meer mag je toch denken.
Wordt het niet tijd dat we het begrotingsproces gaan aanpassen? Dat proces moet toch anders kunnen! Zo maar een paar voorbeelden.
Je kunt het begrotingsproces prima vinden. Dan hoef je niet verder te lezen.
Je kunt relativeren. De gemeenteraad realloceerd heel weinig. Dus voor zo weinig invloed hoef je je ook niet al te druk te maken. En dan geeft het je ruimte je persoonlijke tijdsinzet anders te prioriteren.
Je kunt het proces comprimeren tot één stevig moment per jaar. De bespreking van de rekening kan in maart/april en die van de begroting in mei/juni, plaats vinden. Dan heb je voor de zomer de begroting vastgesteld met hooguit in december nog een laatste technische wijziging. Het voordeel is dat je verplicht wordt de resultaten van het vorige jaar erbij te betrekken. Harrie Aardema besteedt er in zijn boek “Voorbij de Hypocratie (2010)” al aandacht aan. Twee tot drie maanden per jaar ben je dan bezig met rekening en begroting. 9 maanden over voor….!
Je kunt het aantal programma’s in de begroting aanpassen, bij de start van de raadsperiode. Ik kan mij voorstellen dat volgend jaar bij de start van de raadsperiode een programma ‘jeugdzorg’ of een programma ‘participatie’, in gemeentebegrotingen wordt opgenomen. Door meer programma’s in de begroting op te nemen vergroot je de kans tot gerichte beïnvloeding in de jaren erop.
Je kunt de begroting in november technisch vast stellen en in het hele jaar maandelijks één of twee programma’s doorspitten. Je spreidt en verdiept. Dat kun je bijvoorbeeld doen door een aantal raadsleden het maatschappelijk veld en ambtenaren te laten bevragen over de effecten van een programma. En die raadsleden daarover laten rapporteren in de raad. Wat dan tot een slotdiscussie met het college leidt. Een soort onderzoek– en rapporteursmodel. Het biedt de kans tot verdieping op de programma’s die je in het bijzonder interesseren.
Je kunt de politieke jaarrede invoeren en de algemene beschouwingen afschaffen. Een politieke rede biedt meer ruimte om met name idealen en bereikte resultaten te schetsen dan een beschouwing over een bestaand document. Bij de uitvoering zijn veel variabelen te bedenken. De kunst van ‘de rede’ wordt weer zichtbaar.
Je kunt de bureaucratie laten spreken met technocratie. En daarvoor als raad een groep financiële (externe) deskundigen aanstellen die gedurende het hele jaar delen van de begroting doorlichten en daarover rapporteren aan de raad. Een soort vak deskundige begrotings-kamer. De kans op de goede dingen goed doen, neemt toe.
Dus wanneer het begrotingsproces verwordt tot een ritueel, zijn er genoeg mogelijkheden om met een aanpassing dat te doorbreken.