Op het VNG congres in Zwolle stipte minister Plasterk van Binnenlandse Zaken, opnieuw aan dat hij een ander type raadslid verwacht. Populair gezegd komt het er op neer dat hij de verschuiving van de aandacht van de raad verwacht van de harde kant (ro en milieu en verkeer en vervoer) naar de zachte kant , de mens (de effecten van de decentralisaties). En daar moeten de raadsleden bij passen. Dus zo is zijn conclusie dat zijn ‘andere’ raadsleden. 
Weer eens wat nieuws na het raadslid als debater, als volksvertegenwoordiger, als politicus, als bestuurder, als controleur als etc.. Het voelt meer als een gelegenheidsargument. Het leidt in ieder geval af van de werkelijke vraag wat is de toekomst van de gemeenteraad en welk raadslid werkt aan het gelegitimeerd functioneren van een raad. Het staat ook in contrast met wat aan de andere kant politieke partijen al niet proberen met het formuleren van een veelvoud aan criteria waaraan potentiële raadsleden moeten voldoen.


Het aardige van komende verkiezingen is de dynamiek daar om heen. In raden zie je dat sommige raadsleden op eens ander gedrag gaan vertonen. Gericht op exposure. Voor de insiders is dat maar al te goed merkbaar. Hij of zij gaat op voor een volgende periode, wordt dan meestal gefluisterd. Maar ook zie je fracties op eens weer nieuwe mensen meenemen. Potentiële kandidaten die of verleid moeten worden voor het raadswerk, of juist er van moeten schrikken. Zo wordt het jaar voor de verkiezingen altijd weer bijzonder.