Ambtenaar? Tijd voor verzet – met pen en principes

In een tijd waarin het politieke klimaat guurder wordt en de democratische grondslagen onder druk staan, is het tijd dat ambtenaren hun vakmanschap herwaarderen. Niet met spandoeken op het plein, maar met scherpe, staatsrechtelijk verantwoorde adviezen. Niet door zich af te zetten tegen het bestuur, maar door het bestuur te voeden met kennis, reflectie en rechtsstatelijke kaders. Want wie anders dan de ambtenaar draagt mede de plicht om de kwaliteit van het openbaar bestuur te bewaken?

De afgelopen decennia is het ambtelijk vakmanschap steeds meer ondergeschikt geraakt aan bedrijfsmatige efficiëntie en bestuurlijke loyaliteit. Gemeenten trekken gretig mensen ‘van buiten’ aan, alsof het ambtenaarschap een last is in plaats van een roeping. De ambtenaar als hoeder van de democratie? Die gedachte lijkt verdampt. Maar juist nu, in een tijd van sluipende uitholling van de lokale democratie, is die gedachte urgenter dan ooit.

De verhouding tussen politiek en bureaucratie neigt steeds vaker naar clientelisme. Ambtenaren werken zich uit de naad om bestuurders in het zadel te houden, maar vergeten soms dat hun eerste loyaliteit ligt bij de rechtsstaat. De glijdende schaal waarop democratische waarden worden uitgehold, vraagt om een ander soort verzet: het verzet van de pen. Van het scherpe advies. Van het principiële ‘nee’ als het moet.

Dat verzet begint bij persoonlijk bewustzijn. Weten wie je bent als ambtenaar. Weten wat je rol is in het democratisch bestel. Durven staan voor je professionele mening, ook als die niet in de smaak valt. En ja, dat vraagt moed. Want in een tijd waarin social media elk woord kan uitvergroten, is standvastigheid geen luxe maar noodzaak.

De gemeentesecretaris speelt hierin een sleutelrol. Als boegbeeld van de ambtelijke organisatie moet hij zijn mensen beschermen, ruimte geven voor reflectie en het bewustzijn voeden over de democratische grondslagen. Niet als manager, maar als ambtelijk leider. Zoals al werd beschreven in het boek ‘En bracht de schare tot kalmte’ uit 1997: de secretaris als rustbrenger, als gewetensfunctie in het lokaal bestuur. Verschenen ter gelegenheid van het vijftig jarig bestaan van de Vereniging van gemeentesecretarissen.

Maar hij staat er niet alleen voor. De griffier deelt deze verantwoordelijkheid, richting de gekozenen. Samen vormen zij de ruggengraat van een democratisch bestel dat niet mag buigen voor gemakzucht, populisme of bestuurlijke ijdelheid.

Ambtenaren hebben geen demonstratie nodig om hun rol te herpakken. Ze hebben hun vak nodig. Hun kennis van staatsrecht, hun vermogen tot scherpe analyse, hun plicht tot professioneel advies. Dáár begint het verzet. En dat verzet is geen luxe, maar inmiddels een democratische noodzaak.

Want wie zwijgt, stemt toe. En wie schrijft, bewaakt.